Verhaal van bewoner Martin: ‘Werken in de zorg geeft me een nuttig en fijn gevoel’

Als participatiecoach Eveline op bezoek komt bij de 53-jarige Martin Luhulima, komt hij net onder de douche vandaan. Hij is vandaag vrij en heeft de tijd aan zichzelf. Martin woont bij een woonlocatie van Abrona en op zijn kamer vertelt hij graag wie hij is en wat hij doet. Vooral over zijn werk in Woonzorgcentrum Vredenoord in Huis ter Heide is hij erg enthousiast. “De bewoners waarderen wat ik voor hen doe.”

Ik moet wat doen

“Iedere maandag-, dinsdag- en vrijdagmiddag ben ik bij Vredenoord. Maar dat is niet het enige wat ik doe. Een dag in de week werk ik bij het inpakhuis van Abrona en een andere ochtend bij de taakklusgroep. Eén ochtend help ik vaak de klusjesman van vastgoed Abrona. Op vrijdag zwem ik graag. Ik moet wel wat te doen hebben, anders blijf ik in mijn bed liggen.”

Vredenoord

Zijn dagritme laat een vaste structuur zien. “Als ik opsta, ga ik douchen. Ik neem mijn pillen, kleed mij aan en ga ontbijten. ’s Morgens doe ik dan de dingen die ik net heb verteld. ’s Middags ga ik vaak naar Vredenoord om daar de broodmaaltijd in de avond voor te bereiden en te verzorgen. Als ik daar binnenkom, klets ik eerst wat met de receptioniste. Dan kijk ik op het planbord wie er die dag werken. Vaak zijn dat per dag dezelfde dames. Ik pak dan wat te drinken en ga lekker aan een tafel dat opdrinken. Dan doe ik mijn paarse Vredenoord-jasje aan en begin ik in de keuken met mijn werk.”

Favoriete collega

“Ik had op Vredenoord een favoriete collega. Die is jammer genoeg weggegaan. We hebben afscheid van haar genomen tijdens de jaarlijkse barbecue van Vredenoord.” Martin lacht even. Blijkbaar gaat er een leuke herinnering door zijn hoofd. Maar hij zegt niet welke herinnering.

Wat doet hij precies in Vredenoord? “Ik zet de borden klaar op de tafels, leg het bestek ernaast. Ik pak de melk en de karnemelk, de boter en de zoetigheid uit de koelkast en zet die op de tafels. Ik weet precies aan welke tafel de bewoners zitten. Ik was ook het fruit en verdeel dat ik bakjes.”

Waardering

“Als de bewoners dan aan tafel zitten, schenk ik de koffie en thee voor hen in. Thuis teken ik graag. Als ik een tekening klaar heb, geef ik die vaak aan een bewoner. Steeds weer aan een andere bewoner. Dit waarderen ze erg, dat merk ik. Ze waarderen het ook dat ik daar werk. Ze geven me vaak een vriendelijke lach of ze maken een praatje met mij.”

Nuttig

Martin geniet van het werk in Vredenoord. Maar er zit ook een minder leuke kant aan. “Wat ik aan dit werk lastig vind, is dat bewoners ook doodgaan. Laatst kwam de begrafenisondernemer langs met een karretje. Daar lag een overleden bewoner in, in een zwarte zak. Dat vond ik moeilijk.”

“Ik ga misschien verhuizen. Ik hoop dat ik dan wel in de zorg kan blijven werken. Dat doe ik zo graag. Het lijkt me geweldig om een opleiding voor de zorg te gaan doen. Eerst bij Stichting De Paraplu in Zeist en daarna kijken we wel verder. Waarom? Omdat het werken in de zorg mij een nuttig en fijn gevoel geeft.”