In het Zeister Magazine (www.zeistermagazine.nl) verscheen dit artikel. Tekst en foto's zijn van Ronald Camstra.
Sinds afgelopen voorjaar wonen we in Sterrenberg. Of moet je “op Sterrenberg” zeggen? Het deel waar ons huis staat ligt inderdaad wat hoger. Locals spreken van “de Berg”, met de kinderboerderij, en “de Kuil”, met de skibaan. Dat het nieuw is merk je aan mopperend bezoek die door hun TomTom over fietspaden en andere verboden routes zijn geleid. Er worden nog steeds woningen bijgebouwd, sommige knalgele baksteen, sommige met een dak helemaal van zonnepanelen. Langzaam groeit het buurtje uit van een paar straatjes naar een heuse wijk. Winkels zijn er niet, maar we hebben wel een eigen stembureau. En als je het bruggetje over de A28 overgaat dan kun je heerlijk fietsen of wandelen in de eindeloze bossen richting Austerlitz.
De sociale samenhang begint ook al echt vorm te krijgen. Soms lijkt het hier net een Vinex-wijk. Toen het laatst sneeuwde werd er via de wijk-Facebookpagina een ‘spontaan’ sneeuwballengevecht aangekondigd, “morgen om twaalf uur verzamelen achter het kapelletje, na afloop voor elk kind een kleinigheidje”. Op de Nextdoor-app wordt (terecht!) gemopperd als mensen hun plastic afval te vroeg aan de boom hangen. En met Sint-Maarten kregen we het protocol schriftelijk in de brievenbus. Maar het werkt, groepjes kinderen zongen schattig een liedje en dankzij de aankondiging hadden we genoeg snoep in huis (en ook voor de komende twee jaar, want ons enthousiasme schoot door).
Op maandagavond rond achten zie je ineens uit alle hoeken mensen aan komen lopen met een yoga-matje onder de arm. Sereen en vastberaden schuifelen ze een deurtje door waarachter een gymzaaltje van Abrona verborgen zit. Verlicht door twee waxinelichtjes is daar de wekelijkse buurtyoga. Omdat mijn lijf wel wat meer souplesse kan gebruiken, ging ik mee. Mijn komst werd enthousiast begroet. “O wat leuk”, zeiden er drie tegen elkaar, “dan neem ik mijn man ook mee”. Maar de gemiddelde Sterrenberger laat zich kennelijk niet zomaar meenemen, want het duurde tot eind november voordat er een tweede man verscheen. Een held!
Maar de echte helden van Sterrenberg zijn natuurlijk de bewoners van Abrona. Ooit hadden ze hier het rijk alleen, een grote zorginstelling in de bossen, met een zorgboerderij en een eigen zwembad. Maar de wereld van de zorg verandert de laatste jaren snel, instellingen gaan “extramuraliseren” (letterlijk: buiten de muren) en meer integreren in de samenleving. Er kwam nieuwbouw op het Abrona-terrein. De woningen staan in een aantal U-vormige gebouwen, waarbij de kopse kant steeds een woongroep van Abrona is. Zo kunnen cliënten van Abrona kennismaken met ons, en andersom.
Het resultaat is een heel gemoedelijke buurt. Er wordt veel gezwaaid en gehoid. Voor de deur van de woongroep staat een houten bank, waar het met een zonnetje heerlijk toeven is. En van waaraf je de hele U kunt overzien. Toen onze vlag was weggewaaid werd er direct aangebeld, en bij het uitladen van de tentjes en slaapzakken werd er hartelijk geïnformeerd hoe de vakantie was. De katten worden luidruchtig geprezen. De bewoners van Abrona zeggen gewoon wat ze denken, zonder er teveel over na te denken of dat wel gepast is. Mooi puur. Was iedereen maar zo ongeremd, denk ik wel eens. Laatst kwamen we thuis, toen riep Joe vanaf het bankje keihard over de parkeerplaats “Heee, er is een pakje voor jullie bezorgd! Op nummer 5!”. Toen we oogcontact hadden, spreidde hij met een grote grijns zijn handen wel een meter uit elkaar. “Paars!”, riep hij, “en zooooooo groot!”