De logopedisten bij Abrona helpen cliënten onder andere met taal: hoe kun je laten weten wat je gedaan hebt vandaag? En hoe uit je je mening? Communicatiehulpmiddelen zoals pictogrammen en gebaren kunnen hierbij ondersteunen. Anita: ‘We onderzoeken de hulpvraag van de cliënt en kijken vervolgens samen met de begeleider wat iemand het beste begrijpt.’
‘Bij Abrona zien we dat een aantal cliënten op signaalniveau kan communiceren’, legt Anita uit. ‘Dit betekent dat iemand weet dat bijvoorbeeld een voorwerp of afbeelding iets kan zeggen over een activiteit of gebeurtenis die dagelijks voorkomt. Ook zijn er cliënten die eenvoudige taal begrijpen of kunnen praten over wat zij zelf hebben meegemaakt. Het onderwerp van gesprek komt dan uit iemands eigen ervaring. Als je je ontwikkelt qua communicatieniveau, dan kun je uiteindelijk ook los van je eigen ervaringen je een voorstelling maken van waar de ander over praat.’
Planbord met pictogrammen
‘Als logopedist doe ik onderzoek bij een cliënt en kijk naar het begrip van gesproken taal en ondersteunende communicatiemiddelen’, vervolgt Anita. ‘Wat kan iemand bijvoorbeeld met voorwerpen, afbeeldingen, foto’s, pictogrammen of geschreven taal. Soms adviseer ik de begeleiders om bijvoorbeeld een planbord te maken met pictogrammen. Hiermee kun je voor de cliënt de dagen structureren en de volgorde van activiteiten. Daarbij kun je als begeleiders met elkaar afspreken dat je ook de gesproken taal zo duidelijk mogelijk maakt. Dat je allemaal op dezelfde manier praat met de cliënt, in korte enkelvoudige zinnen, zonder de woorden ‘want’, ‘omdat’ en ‘als’.’
Gebarentaal
In enkele woningen maken cliënten en begeleiders ook gebruik van gebaren als ondersteuning bij het praten. Anita: ‘Als logopedist kijk je dan welke gebaren uit de Nederlandse gebarentaal nodig zijn voor iemand om ergens over te kunnen praten. Gebarentaal zit heel dicht bij lichaamstaal. Zo is een gebaar maken voor eten en drinken eigenlijk heel logisch. Vaak zie je dan ook dat cliënten die gebaren makkelijk oppikken. Het is wel belangrijk om een gebaar altijd concreet te maken. Je leert het gebaar aan de hand van een concreet voorwerp of afbeelding. Dat kan ook een pictogram zijn of een gebaartekening. De begeleiders gebruiken dit ook voor zichzelf om het gebaar te leren. Er zijn tegenwoordig apps met filmpjes waarop de gebaren worden voorgedaan.’
Luisterhulp
Ook zoekt een logopedist soms naar creatieve oplossingen. Anita: ‘Een tijdje geleden had ik een cliënt met ernstige gehoorproblematiek. Hij praatte heel hard, vaak schreeuwend in het oor van de begeleiders. Dat zorgde voor stress bij hemzelf maar ook bij huisgenoten en begeleiders. Hij had een gehoorapparaat, maar dat beviel hem niet. Toen hebben we een luisterhulp ingezet, een spraakversterker met twee oortjes die verbonden zijn met een microfoon op de kleding van de begeleider. Hierdoor kon de cliënt heel goed horen wat de begeleider zei en ging daardoor zelf ook zachter praten. Dit zorgde voor een kleine transformatie. Helaas is de cliënt inmiddels overleden, maar de laatste maanden van zijn leven kon hij heel makkelijk praten over wat hij meemaakte en had fijne interacties. De begeleiders zijn hier heel goed op ingesprongen en hij voelde zich gehoord.
Communicatiekaart
Als een cliënt zich ontwikkeld, dan is het belangrijk om een communicatiehulpmiddel mee laten ontwikkelen. Wil je bijvoorbeeld praten over bepaalde onderwerpen, dan kan dat met een communicatiekaart. Hierop staat in het midden een foto van een bepaald onderwerp, een activiteit bijvoorbeeld. Daaromheen staan pictogrammen in een vaste volgorde die je nodig hebt om erover te kunnen praten. Dit zijn woorden om bijvoorbeeld te zeggen dat je iets mooi of leuk vindt of dat je iets wel of niet wilt. Op die manier kun je een onderwerp uitdiepen met iemands gevoel of mening erbij.
Ik ervaar dat veel begeleiders de communicatiemiddelen ondersteunend vinden en dat het voor meer verdieping kan zorgen met de cliënt. We zien ook dat verwanten hierin bijdragen. Het contact verbetert en je kunt over meer dingen praten.’